4. Slang op kruishout

In eerste instantie is de christen bij het zien van de slang geneigd te denken aan de zondeval in de Hof van Eden, beschreven in het boek Genesis. Het was immers de slang, van alle in het wild levende dieren het sluwst (Gen 3,1), die de mens verleidde.

De moderne mens herkent ook het esculaapteken, de slang die omhoog kronkelt langs de mercuriusstaf – alleen, dit is geen mercuriusstaf gezien de dwarsbalk, waarmee dus niet de mercuriusstaf, maar het kruis wordt verbeeld in de vorm van de Griekse letter Tau = T.

We hebben hier te maken met een beeldenspel: de slang in de Hof van Eden wordt onschadelijk gemaakt door de kruisdood van Christus. Christus is de ‘dokter’ die de mensheid heeft genezen van de erfzonde en iedere individuele mens steeds opnieuw geneest.

Het Christus-medicusmotief is door de kerkvader Augustinus (afgebeeld in een van de ramen in het middenschip) stevig verankerd in de christelijke traditie.

Saulus van Tarsus, de grootste onder de zondaars, werd door zijn bekering als Paulus een voorbeeld voor allen. Daardoor kan iedereen bij zichzelf zeggen: „Als Paulus genezen werd, waarom zou ik dan wanhopen? Als zo’n hopeloos zieke patiënt door zo’n grote dokter is genezen, zal ik dan niet mijn wonden door zijn handen laten aanraken? Zal ik dan niet snel op die handen afgaan?”  (Augustinus, sermo 175,9). [VI]

[VI] Uit Joke Gehlen-Springorum e.a., Aurelius Augustinus, Geloof is het begin, preken over teksten uit brieven van het Nieuwe Testament, Budel 2013.

In een andere preek, sermo 63a, over de bloedvloeiende vrouw, wordt Paulus vergeleken met de zoom van het kleed van de Heer, het instrument waardoor het gezondheid schenkende geloof overvloeit naar de heidenen:

De zoom is toch de onderste rand van het kleed, het laatste en het minste? Ook Paulus noemt zichzelf zo. “Ik ben de laatste van de apostelen en ik ben de minste van de apostelen.” De laatste en de minste, de zoom, de onderste rand van het kleed. De kerk die uit de heidenen voortkomt, is als die vrouw die de zoom van Christus’ kleed aanraakte. Zij leed aan bloedvloeiing. Zij raakte het kleed van Christus aan en ze was gered. Ook wij moeten het aanraken, dat wil zeggen: in Christus geloven. Pas dan kunnen we gezond worden.

 Uit het boek Aurelius Augustinus, Van aangezicht tot aangezicht, Preken over teksten uit het evangelie volgens Matteüs, Amsterdam 2004, vertaald door Joost van Neer.

Joost van Neer is geboortig van Limbricht en leerde rond 1980 in de H. Hartkerk van Overhoven het orgel bespelen o.l.v. de heer Sentis, destijds woonachtig in de Pater Chevalierstraat. Tegenwoordig is zijn hoofdbetrekking die van vertaler en onderzoeker, verbonden aan het Augustijns Instituut te Utrecht. Daarnaast heeft hij een kleine betrekking als leraar klassieke talen aan het Carolus Borromeus College in Helmond.

Klik hier om terug te gaan naar "ramen in de absis".

Klik hier om terug te gaan naar de hoofdpagina van "Iconen en Symbolen".

Maak jouw eigen website met JouwWeb