6. Jezusmonogram IHS
De combinatie van de namen Jezus Christus komt verschillende keren voor in de evangeliën. Herhaaldelijk (Mt 26,63; Mc 14,61; Lc 23,35) wordt gesproken over Jezus van Nazareth als de zoon van God en de Messias = Gezalfde. In de toekomstverwachting van Israël is de Messias de (door Jahweh en het volk gezalfde) koning met wie de beloofde (messiaanse) heilstijd zal aanbreken. Het Hebreeuwse woord Messias is in het Grieks (de taal van het Nieuwe Testament) vertaald met Christos = Gezalfde. In het Johannesevangelie (1,40-42) staat:
Een van de twee [leerlingen van Johannes de Doper] die gehoord hadden wat Johannes zei [‘Daar is het Lam van God’, Joh 1,36] en Jezus gevolgd waren, was Andreas, de broer van Simon Petrus. Vlak daarna kwam hij zijn broer Simon tegen, en hij zei tegen hem: ‘Wij hebben de Messias gevonden’ (dat is Christus, ‘gezalfde’) en hij nam hem mee naar Jezus. Jezus keek hem aan en zei: “Jij bent Simon, de zoon van Johannes, maar voortaan zul je ‘Kefas’ heten” (dat is Petrus, ‘rots’).
De eerste drie letters van de in het Grieks weergegeven naam ἸHƩOUƩ = JEZUS werden al sinds de middeleeuwen gelezen als Latijnse letters die dan staan voor In Hoc Signo Vinces = in dit teken zult u overwinnen, de Latijnse vertaling van de Griekse woorden die keizer Constantijn zag in zijn kruisvisioen.
(zie ook 13: Christusmonogram XP).
Maak jouw eigen website met JouwWeb