3. Regalia – kroon

In psalm 21 4-5, zingt de psalmist over de trouw van de Allerhoogste (die hij aanspreekt) aan de koning:

U nadert hem met rijke zegen / en plaatst op zijn hoofd een gouden kroon. / Leven heeft hij gevraagd, U hebt het hem gegeven, / lengte van dagen, voor eeuwig en altijd.  

Koning David uit het Oude Testament gold als de voorafbeelding van Christus, op wie voor de christen dan onmiskenbaar de twee laatste regels (samen vers 5) slaan.

Ook in het evangelie van Marcus zendt Jezus na de verrijzenis zijn leerlingen uit (Mc 16,15):  

En Hij zei tegen hen: Trek heel de wereld rond en maak aan ieder schepsel het goede nieuws bekend.

De evangelist Marcus (Mc 16,19-20)meldt evenals de evangelist Lukas (24,51) in dit verband Jezus’ hemelvaart:

Nadat hij dit tegen hen had gezegd werd de Heer Jezus in de hemel opgenomen en nam hij plaats aan de rechterhand van God. En zij gingen op weg om overal het nieuws bekend te maken. De Heer hielp hen daarbij en zette hun verkondiging kracht bij met de tekenen die ermee gepaard gingen.

Door deze teksten over de ‘missio = zending’ om het evangelie te verkondigen voelden de ‘Missionarissen’ van het Heilig Hart zich in het bijzonder aangesproken.

Klik hier om terug te gaan naar "ramen in de absis".

Klik hier om terug te gaan naar de hoofdpagina van "Iconen en Symbolen".