De ramen in de absis

Het priesterkoor vormt een halve cirkel met een doorsnee gelijk aan de breedte van het schip. De ruimte, imposant als het schip, wordt omsloten door een absismuur, opengewerkt door middel van negen spitsbogen die de tweemaal vijf scheibogen van het middenschip voortzetten en afsluiten. Achter die negen spitsbogen een kooromgang als logische voortzetting van de zijbeuken. De bogen rusten op dwars geplaatste basementen van natuursteen. Vanaf dat grondvlak krijgt de schelp vorm die het zenit bereikt bij de top van de absisboog waartegen de schelp leunt: metselwerk als huzarenstuk!

In de buitenmuur (een tweede concentrische halve cirkel) 16 smalle glas-in-loodramen, vervaardigd, 1936/37, in het atelier van Wilhelm Derix, Kevelaer. Het eerste raam bevat zijn ‘handtekening’.

Menu overzicht ramen in de absis:

Datering en herkomst van de ramen

Wanneer de zestien ramen in de kooromgang zijn geplaatst valt indirect op te maken uit het “Rode Boekje”, M.S.C. Overhoven 1922-1972 50 jaar van Théresia Spanjaard, die vooral de menselijke geschiedenis van het rectoraat beschrijft.

Nu [na de consecratie van de kerk in 1934] konden we evenwel toch nog niet de lier aan de wilgen hangen. De aankleding wachtte nog. Weer werden godvruchtige schenkers en schenksters gezocht en gevonden. Onze paters wisten ze wel uit te halen! Zo schonk men ’t altaar en de communiebank en die mooie kleurige raampjes achter in ’t priesterkoor. [VIII]

Waarna de schrijfster vervolgt met het relaas over het afscheid van Jacques Schreurs in 1936.

In de kroniek van de paters lezen we bij het jaar 1937 de mededeling:

De ramen in de kinderkapellen worden geplaatst.

Naar alle waarschijnlijkheid zijn hiermee de ramen van de dwarsbeuken bedoeld.

In de archiefstukken valt nergens enige uitleg te lezen van de voorstellingen. Dankzij de handtekening W. Derix op het eerste raam kennen we wel de herkomst van de ramen: Glasmalerei Wilhelm Derix, gesticht 1866 Goch en 1896 (filiaal) Kevelaer.

Anders is het gesteld met de ramen in het middenschip. Alle dateren van na WOII en ofschoon de paters de naam van de maker in hun kroniek hebben vastgelegd (een signatuur op de ramen ontbreekt), is deze naam niet meer algemeen bekend.

Het moet rector Tillemans [IX] zijn geweest die tegen het einde van de jaren veertig contact legde met Pieter Wiegersma (*1920 Deurne, †2009 Brussel). Deze vervaardigde de 10 ramen in het middenschip gedurende de periode 1948-1961, in welke tijd de kunstenaar als glazenier een volle orderportefeuille had.

Aangenomen mag worden dat de uitwerking van het thema van de Heilig Hartdevotie en de individuele ontwerpen zijn ontstaan in nauw contact tussen rector en kunstenaar. De toon van de paar brieven van Wiegersma in het parochiearchief is zeer hartelijk. Uitgangspunt was het advies van architect Jos Wielders († 1949) om van de telkens vijf ramen de buitenste twee niet te vullen met gebrandschilderd glas in verband met de toetreding van licht. Uiteindelijk werd alleen in het eerste raam de centrale figuur, Maria met Kind, geflankeerd door scènes in de naaste zijvensters. In alle andere ramen is telkens slechts het centrale venster gevuld.

Wie de kerk betreedt en naar voren loopt, beweegt zich als het ware door de tijd naar de oorsprong: vanaf deken Tijssen (†1929) en Jules Chevalier naar Jezus en Maria. Maar de ramen worden hierna in omgekeerde volgorde besproken, de volgorde waarin ze ook zijn geplaatst.

[VIII] Rode Boekje, heruitgave, blz. 35-36.

[IX] Rector Tillemans is gedurende de tijd dat hij in functie is de kroniekschrijver van MSC in Overhoven. Uit zijn verslag wordt geciteerd.

Klik hier om terug te gaan naar de hoofdpagina van "Iconen en Symbolen".

Maak jouw eigen website met JouwWeb