Jozef

Wat Johannes op Patmos zag als visioen, zag St. Jozef in werkelijkheid: de hemel op aarde neergedaald door de menswording van Gods Zoon.

De almus pater = voedstervader mocht natuurlijk niet ontbreken in de Sittardse context en in een wijk die, oorspronkelijk bestaand uit boeren en kleine middenstand, [X] toeloop kreeg van mijnwerkers, voor en door wie in 1941 in het linker transept het St. Barbara-altaar was opgericht (op het bas-reliëf in marmer boven het Gerardus Majella-altaar - al geplaatst in 1931 - in het rechter transept is de mijnindustrie in volle werking uitgebeeld). Zij herkenden in de timmerman met zijn attributen de ambachtsman die zij veelal zelf ook waren.

In de beeltenissen van Johannes en Jozef uit 1953 lijkt Pieter Wiegersma zijn eigen stijl gevonden te hebben. Het byzantijnse karakter van de beelden in de eerste twee ramen is ingeruild voor de meer schematische tekening die deze figuren en die in de overige zes ramen kenmerkt.

Deze stijl past wonderwel bij de architectuur van de kerk. De figuren hebben elk voor zich een krachtige uitstraling, ook doordat ze telkens geïsoleerd staan in het centrale venster.

In alle gevallen zijn de rustig gehouden kleurtinten van het glas in de zijramen aangepast aan die centrale figuur.

[X] Dorren, blz. 320.

Klik hier om terug te gaan naar "ramen in het middenschip".

Klik hier om terug te gaan naar de hoofdpagina van "Iconen en Symbolen".